Glasvezelbekabeling | COMBI theorie & praktijk fusielassen is bestemd voor monteurs die glasvezelverbindingen moeten gaan maken met een fusielasapparaat.

Voor deze cursus is geen specifieke voorkennis vereist.

Aan het einde van deze cursus kunt u:

•  de mogelijke gevaren van het werken met glasvezel benoemen en weet u welke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen genomen kunnen worden;
• de meest gebruikte termen met betrekking tot glasvezelbekabeling benoemen en toelichten;
• toelichten wat de belangrijkste verschillen zijn tussen multimode- en singlemodeglasvezel;
• verschillende types glasvezelkabels herkennen en hun toepassingsgebied benoemen;
• de meest gebruikte glasvezelconnectoren herkennen;
• benoemen hoe glasvezelkabels geïnstalleerd en gemonteerd moeten worden om communicatieproblemen te voorkomen;
• een fusielasapparaat instellen voor het lassen van verschillende soorten glasvezels en voor het gebruik van verschillende soorten splice protectors;
• glasvezelkabels voorbereiden (strippen, reinigen, cleaven) voor het maken van lassen;
• een pigtail voorbereiden en lassen aan een glasvezelkabel met een fusielasapparaat;
• een splice protector aanbrengen ter bescherming van de fusielas;
• een gemaakte fusielas controleren met een Visual Fault Locator.

• Veilig werken met glasvezel:
  • verschillende risico’s en voorzorgsmaatregelen om veilig te werken.
• Verschillende soorten glasvezel:
  • multimode en singlemode (MMF en SMF), opbouw en maatrvoering van glasvezels;
  • reflection, refraction, demping door scattering, absorptie, macro- en microbending.
• Glasvezelkabels en glasvezelconnectoren:
  • break-out, distributie en loose-tube, productomschrijvingen en hun betekenis;
  • eigenschappen en toepassingsgebieden;
  • connectortypes (ST, SC, LC) en uitvoeringsvormen van de ferrule (PC, UPC en APC).
• Montagetechnieken:
  • kabelpreparatie (strippen, reinigen en cleaven), gereedschappen en reinigingsmiddelen;
  • epoxielijmen, mechanisch lassen, fusielassen;
  • inrichten glasvezelbox (kabelinvoer, lascassettes, adapters en blindplaten.
•  Fusielasapparaat, onderdelen en functies.
• Instellen lasapparaaat:
  • glasvezeltype (MMF, SMF, auto-selection), spliceprotectortypes (40 mm, 60 mm);
  • arc-test.
• Fusielassen:
  • strippen en reinigen van de glasvezel (kabel en pigtail), cleaven van de glasvezel;
  • positioneren van de glasvezels in het fusielasapparaat;
  • lassen van de glasvezels en estimated attenuation van de las aflezen;
  • splice protector aanbrengen en krimpen;
  • controle van de gemaakte lassen met een Visual Fault Locator.

CCT 0305 – Fluke Networks CCTT | praktijk glasvezel meten met Fluke Networks CertiFiber Pro
CCT 0504 – Fluke Networks CCTT | praktijk glasvezel meten met Fluke Networks OptiFiber Pro